Binnen de biologische landbouwsector in Nederland is er veel verdeeldheid zichtbaar tussen
idealen en werkwijze. Er zijn boeren die, vanuit een economisch oogpunt, het minimale doen
om over te stappen van gangbare naar biologische landbouw en net binnen de regelgeving
vallen; er zijn boeren die graag willen investeren in technologische ontwikkelingen voor
biologische landbouw maar botsen met de grondgebonden eis die deze landbouwvorm
heeft; en er zijn boeren die helemaal aan de andere kant zitten, het ideaal van biologisch-
dynamisch landbouw nastreven, en de natuur en haar kringlopen centraal stelt. Nu lijkt het
dat er één belangrijke overlap is die deze boeren hebben: het willen verduurzamen van het
landbouw- en voedselsysteem, met welke motivatie dan ook. Een interessante constatering
die hieruit voortkomt, gaat over dit gemeenschappelijke doel dat de biologische boeren
hebben, en het verschil in middelen dat hiervoor wordt ingezet.
Een ene groep stelt technologische innovaties voor, zoals gentechnologie, waarbij
ten grondslag ligt, bewust of onbewust, dat de mens grip heeft op de natuur en een
kunstmatige wijze kan inzetten naar diens wens. Dit lijkt haaks te staan op de idealen waar
de andere groep, waaronder de biologisch-dynamische boer, voor pleit; namelijk een aanpak
waarbij de natuur als geheel centraal staat, natuurlijk evenwicht wordt nagestreefd en zo min
mogelijk wordt ingegrepen in de natuur. Hoewel gentechnologie in biologische landbouw kan
bijdragen aan het sneller realiseren van een duurzame landbouwsector, lijkt het voor een
groot deel van de biologische(-dynamische) boeren onbespreekbaar en tegen het ideaal in
te gaan. Voor deze boeren lijken de middelen om het doel van de verduurzaming te
realiseren zwaar te wegen en ligt de focus op het centraal stellen van de natuur en zijn
kringlopen. Een ander deel van de biologische boeren heeft ook het doel van verduurzaming
hoog staan, en schroomt niet om middelen in te zetten die voorbij lijken te gaan aan de
natuur als uitgangspunt. Deze tweedeling laat zien dat er een fundamenteel verschil is
tussen belangrijke uitgangspunten. De verschillende visies staan hierbij haaks op elkaar.
De implicatie zijn van deze verdeling kan betrekking hebben op de manier van
aanpak van biologische boeren. Waarbij de ene boer vooral zal focussen op het voeden van
zoveel mogelijk mensen op een duurzame manier, zal een andere zich richten op het
herstellen van natuurlijke kringlopen en ecosystemen; de ene biologische boer zal
investeren in technologieën om de productie efficiënter te maken, de ander zal preparaten
voorbereiden om de bodemvruchtbaarheid te bevorderen.
Een verdeling die tegenwoordig regelmatig wordt aangehaald in discussies over
duurzaamheid betreft dit ook en gaat over ecocentristen en technocentristen, oftewel,
degenen die pleiten voor een paar stappen terug naar de natuur om tot verduurzaming te
komen, en degenen die technologische ontwikkelingen zien als de sleutel tot een duurzame
wereld, respectievelijk. Ook de landbouwsector lijkt met deze tweedeling te moeten dealen.
Comments